Vuilnis overstroomde de bedding van het opgedroogde meer. Waar eens een blauwe watervlakte zich had uitgestrekt, bevond zich nu een zee van afval met golven van oud plastic, versleten autobanden en vaal textiel.
De vuilnisbelt genaamd Bordo Poniente was uitgegroeid tot één van de grootste en meest vervuilde stortplaatsen ter wereld, dankzij de niet aflatende afvalstroom vanuit Mexico Stad. Dit trok armoedzaaiers aan die leefden van de verkoop van bruikbare spullen en materialen die ze daar vonden. Ze woonden daar ook, in krotten gemaakt van afval.
Op een dag liep er tussen de bewoners van de vuilnisbelt een oude sjamaan rond genaamd Eztli, wiens naam bloed betekent in het Nahuatl. Hij was één van de weinigen van de Nahua die nog ingewijd was in de oude mysteriën van de Azteekse godsdienst. Het merendeel van dit inheemse volk was eeuwen eerder, al dan niet gedwongen, overgestapt op het katholicisme, maar de oude rituelen waren nooit helemaal verdwenen. Zeker niet onder de allerarmsten, zoals de verschoppelingen tussen het afval. Velen onder de bewoners van de vuilnisbelt waren van de Nahua en aanverwante volken en zij keken met eerbied en angst naar Eztli, die zij herkenden als iemand die over de geheimen van hun volk beschikte.
Met vlammende ogen en een priemende blik aanschouwde de sjamaan de gemeenschap van Bordo Poniente. Hij zag kinderen die de gevaarlijke bergen doorzochten en zakken met plastic vulden om te verkopen. Hij zag dat van de volwassenen die er woonden en werkten niemand echt oud was en hij herkende de vele lichamelijke gebreken die de meesten van hen vertoonden.
Het verhaal gaat dat de wijze man op een dag naar het hoogste punt op de afvalberg klom en daar de oude goden aanriep. ‘Huitzilopochtli! Jij wrede god!’, riep hij, ‘lang geleden moesten we jou met bloed en mensenlevens betalen om tegen de duisternis te strijden en in het licht te leven. Voor wie zijn deze mensen aan het bloeden? Waarvoor betalen zij met hun leven? De duisternis blijft hier overheersen!’
Terwijl de sjamaan een incantatie inzette, begon de berg onder hem te schudden en het afval te glijden. Terwijl Eztli verdween in een diep gat, ging zijn gezang over in een onduidelijk hysterische gelach, of misschien was het gehuil. Dat was het laatste wat men van hem hoorde.
*Dit is een schrijfoefening uit de willekeurige woorden reeks, waarbij het beginwoord en het eindwoord door een willekeurige woorden generator zijn bepaald. In dit geval dus ‘vuilnis’ en ‘hoorde’. Het was vervolgens de uitdaging om daar een coherent verhaaltje tussen te schrijven.
Net zoals ‘El Vengador’ is dit verhaaltje een wat zakelijk beschrijving geworden. De verteller staat op grote afstand van het gebeuren.