Niet weer!

De jas stond hem goed, oordeelde hij zelf met een blik in de spiegel. Hij was er klaar voor. Toch? Nog eens goed kijken. Waren dat wallen onder zijn ogen? Een kleine trilling van vermoeidheid in zijn rechterooghoek? Zouden ze kunnen zien dat hij zich ellendig voelde? Niet meer aan denken. Hij moest het moment niet langer uitstellen. Hup, naar buiten.

Op de fiets kon hij zijn gedachten eindelijk een beetje in toom houden. De frisse wind in het gezicht, het verkeer waar hij op moest letten. Zo erg was het allemaal niet. Halverwege betrapte hij zichzelf er op dat hij al een tijdje een deuntje aan het neuriën was. Heerlijk, een stukje zorgeloos gefietst! Het contrast met afgelopen nacht kon haast niet groter. Hij had constant liggen woelen; in gedachten speelde hij de hele nacht scenario’s af van hoe vandaag zou kunnen lopen. Naarmate de uren op de klok voorbij gingen was er een zekere berusting gekomen. ‘Goed, ik maak me zorgen en kan niet slapen. Het zij zo,’ had hij tegen zichzelf gezegd. Het had eventjes geholpen. Ergens tussen het piekeren door was hij toch in slaap gevallen. De klok was van half vier naar vijf uur gegaan, zonder dat hij er op gekeken had!

De laatste kilometer sloeg de vertwijfeling weer toe. Hij voelde zijn hartslag sneller gaan en dit kwam niet alleen door het fietsen. Terwijl hij zijn fiets parkeerde brak het zweet hem uit en toen hij zich wilde omdraaien om naar binnen te gaan liep hij volkomen vast.

‘Niet weer! Niet weer! Niet weer!’ klonk het in zijn hoofd. Hij registreerde niets meer van zijn omgeving. Er was alleen paniek. Wat zouden andere mensen wel niet van hem denken? Wat was hij toch een enorme teleurstelling. Als dit al niet lukt…

Honderd gedachten in hetzelfde moment later kwam hij los. ‘Nee!’ schreeuwde hij hardop en kwam in beweging.

‘Hey Giel, fijn dat je er weer bent. Lang niet gezien,’ klonk de sneer van de docent. ‘Beetje laat, dat wel. Heb je je weer verslapen?’

‘Ja,’ antwoordde hij terwijl hij naar een lege plek zo ver mogelijk bij de anderen vandaan liep. Heel zachtjes voegde hij daar nog aan toe: ‘zo ongeveer.’


*Dit is een schrijfoefening uit de willekeurige woorden reeks, waarbij het beginwoord en het eindwoord door een willekeurige woorden generator zijn bepaald. In dit geval dus ‘jas’ en ‘ongeveer’. Het was vervolgens de uitdaging om daar een coherent verhaaltje tussen te schrijven.

Delen

Het ontwikkelteam

De welbewuste keuze van Jacob om bij Floem! Webdesign aan de slag te gaan lag in het feit dat ze “complexe vraagstukken vereenvoudigen, en ideeën en strategieën vertalen naar verrassende oplossingen en de beste digitale producties”, zoals ze het zelf toen omschreven. Het bleek spot-on.

‘Wat een enthousiaste mensen en wat een dynamiek,’ vertelde hij thuis aan zijn vrouw na de eerste week. ‘We werken Agile, dus we zijn alleen bezig met hoe we meerwaarde voor de klant kunnen creëren. Samen met alle stakeholders komen we regelmatig bij elkaar en dan maakt de Product Owner, dat is Bert, een User Story, dus een lijstje met wat de klanten willen. Deze sessies worden geleid door de Scrum Master, Thijs, en regelmatig zijn we daar bij met het hele ontwikkelteam. Vervolgens gaan we in een korte sprint lekker aan de slag en op deze manier leveren we iedere paar weken een stukje van het product af.’

‘Fijn voor je schat! Ik weet hoe vervelend je het vond dat je net na het halen van je Lean Six Sigma Yellow Belt, er alweer mee moest stoppen, omdat je vorige baas er toch niks in zag. Misschien kan je bij Floem! wel doorgroeien. Is zelf Scrum Master worden niet wat voor jou?’

‘Zeker! Uiteindelijk wil ik zelfs wel Agile Project Manager worden. Het lijkt me mooi om te werken met zelfsturende teams en samen te kijken waar we nog meer waarde kunnen creëren. Er is altijd ruimte voor verbetering bij dit soort processen!’


*Dit is een schrijfoefening uit de willekeurige woorden reeks, waarbij het beginwoord en het eindwoord door een willekeurige woorden generator zijn bepaald. In dit geval dus ‘welbewuste’ en ‘processen’. Het was vervolgens de uitdaging om daar een coherent verhaaltje tussen te schrijven.

Delen

Het offer

‘Klein gebaar’, zei Mariëlle stoer toen ze haar privé-kantoortje in de rustige vleugel van het gebouw opgaf, om daar ruimte te maken voor een kolfkamer. Alleen de manier waarop ze er na die tijd tot vervelens toe op terug bleef komen, liet merken dat ze het toch beschouwde als een groot offer.

*Dit is een schrijfoefening uit de willekeurige woorden reeks, waarbij het beginwoord en het eindwoord door een willekeurige woorden generator zijn bepaald. In dit geval dus ‘klein’ en ‘offer’. Het was vervolgens de uitdaging om daar een coherent verhaaltje tussen te schrijven.

Wanneer ik weinig tijd heb, gebeuren er soms leuke dingen. Hoe kan ik hiermee zo kort mogelijk een verhaaltje maken, dacht ik. Als dat lukt, kan je met weinig woorden veel zeggen.

Delen

Bordo Poniente

Vuilnis overstroomde de bedding van het opgedroogde meer. Waar eens een blauwe watervlakte zich had uitgestrekt, bevond zich nu een zee van afval met golven van oud plastic, versleten autobanden en vaal textiel.

De vuilnisbelt genaamd Bordo Poniente was uitgegroeid tot één van de grootste en meest vervuilde stortplaatsen ter wereld, dankzij de niet aflatende afvalstroom vanuit Mexico Stad. Dit trok armoedzaaiers aan die leefden van de verkoop van bruikbare spullen en materialen die ze daar vonden. Ze woonden daar ook, in krotten gemaakt van afval.

Op een dag liep er tussen de bewoners van de vuilnisbelt een oude sjamaan rond genaamd Eztli, wiens naam bloed betekent in het Nahuatl. Hij was één van de weinigen van de Nahua die nog ingewijd was in de oude mysteriën van de Azteekse godsdienst. Het merendeel van dit inheemse volk was eeuwen eerder, al dan niet gedwongen, overgestapt op het katholicisme, maar de oude rituelen waren nooit helemaal verdwenen. Zeker niet onder de allerarmsten, zoals de verschoppelingen tussen het afval. Velen onder de bewoners van de vuilnisbelt waren van de Nahua en aanverwante volken en zij keken met eerbied en angst naar Eztli, die zij herkenden als iemand die over de geheimen van hun volk beschikte.

Met vlammende ogen en een priemende blik aanschouwde de sjamaan de gemeenschap van Bordo Poniente. Hij zag kinderen die de gevaarlijke bergen doorzochten en zakken met plastic vulden om te verkopen. Hij zag dat van de volwassenen die er woonden en werkten niemand echt oud was en hij herkende de vele lichamelijke gebreken die de meesten van hen vertoonden.

Het verhaal gaat dat de wijze man op een dag naar het hoogste punt op de afvalberg klom en daar de oude goden aanriep. ‘Huitzilopochtli! Jij wrede god!’, riep hij, ‘lang geleden moesten we jou met bloed en mensenlevens betalen om tegen de duisternis te strijden en in het licht te leven. Voor wie zijn deze mensen aan het bloeden? Waarvoor betalen zij met hun leven? De duisternis blijft hier overheersen!’

Terwijl de sjamaan een incantatie inzette, begon de berg onder hem te schudden en het afval te glijden. Terwijl Eztli verdween in een diep gat, ging zijn gezang over in een onduidelijk hysterische gelach, of misschien was het gehuil. Dat was het laatste wat men van hem hoorde.


*Dit is een schrijfoefening uit de willekeurige woorden reeks, waarbij het beginwoord en het eindwoord door een willekeurige woorden generator zijn bepaald. In dit geval dus ‘vuilnis’ en ‘hoorde’. Het was vervolgens de uitdaging om daar een coherent verhaaltje tussen te schrijven.

Net zoals ‘El Vengador’ is dit verhaaltje een wat zakelijk beschrijving geworden. De verteller staat op grote afstand van het gebeuren.


Delen

De Fuchsia

Waarschuwing: als verhaaltje is ‘de Fuchsia’ minder geslaagd, zo zit er bijvoorbeeld geen vorm van problematisering in, maar ik was al lang blij dat ik van ‘stek’ (als in een stukje van een plant), via een inhoudelijk steekhoudende manierbij ‘impotente’ wist te eindigen.

‘Stek 4 uit de rij is van de Fuchsia magellanica alba, oftewel een witte bellenplant’, legde Gepke aan Martje uit. Haar enorme kas was strak georganiseerd met genummerde potten en gelabelde planten; een uit de hand gelopen liefhebberij. Hiermee voorzag ze kennissen uit alle dorpen in de buurt van nieuwe planten.

Martje was even langs gekomen om wat nieuwe aanwinsten voor in haar eigen tuin uit te zoeken en nu waren ze de verschillende soorten aan het keuren. Gepke vervolgde haar uitleg: ‘Die alba staat denk ik wel mooi in jouw voortuin, naast je blauwe kozijnen. Of wil je iets roods? Dat kan met stek nummer 5 daarachter, die is van de Fuchsia hatschbachii.’

‘Gezondheid!’, reageerde Martje met een olijke blik in haar ogen.

Gepke schoot in de lach. ‘Hatschbachii is de naam van de soort. Ik vond het ook al zo’n vreemde naam en heb even zitten googelen. Eerst vond ik allerlei informatie over planten van verschillende soorten uit Brazilië, die allemaal hatschbachii als soortnaam hadden. Ik kon moeilijk plaatsen waar de naam vandaan kwam. Uiteindelijk kwam ik er achter dat ze vernoemd zijn naar Gerdt Guenther Hatschbach, een Braziliaanse botanicus.’

‘Braziliaans met duidelijk Duitse wortels! Wat een naam zeg’, vulde Martje aan.

‘Precies. Ondanks de naam is het overigens wel een mooie plant. De hatschbachii lijkt erg op de magellanica, alleen deze variant groeit veel hoger en de bloembladen hangen niet, maar staan naar buiten gebogen. Zoals ik zei heeft de hatschbachii dus mooie rode bloemetjes. Dat past denk ik goed bij jou in de achtertuin naast je schuurtje met dat rode dak. Wat zeg je daarvan?’

‘Misschien wel, even kijken wat je nog meer hebt. Wat voor plant is dat? Mooie diepgroene bladeren, dat lijkt me ook wel wat naast het schuurtje. Ik zie alleen nog geen bloemen, welke kleur gaat daar uit komen?’

‘Dat is een ent van mijn rhododendrons, een klein experimentje. De moederplant heeft namelijk prachtige lichte paarsblauwe bloemen en de vaderplant dat mooie diepgroene blad. De vader heeft alleen wel een klein probleempje. Hij groeit wel, maar hij bloeit niet! Daarom probeer ik ze te kruisen, alleen ik krijg telkens weer bloemloze planten. Grote kans dat het bij deze ook het geval zal zijn. Je mag hem meenemen, ik heb het al opgegeven.’

‘Nee, doe dan maar de rode Fuchsia’, reageerde Martje met een knipoog. ‘Net zoals bij mijn mannen, hoef ik ook onder mijn planten geen impotente.’


*Dit is een schrijfoefening uit de willekeurige woorden reeks, waarbij het beginwoord en het eindwoord door een willekeurige woorden generator zijn bepaald. In dit geval dus ‘stek’ en ‘impotente’. Het was vervolgens de uitdaging om daar een coherent verhaaltje tussen te schrijven.

Delen

Een moeizaam einde

Komende zaterdag wordt Peter begraven. Hij kreeg een hersenbloeding tijdens het poepen. Zijn vriendin stond in de hal van hun huis en merkte dat hij van de toiletpot viel, terwijl ze hem nog hijgend tegen zichzelf hoorde kreunen: ‘Dit is echt een moeizame…’


*Dit is een schrijfoefening uit de willekeurige woorden reeks, waarbij het beginwoord en het eindwoord door een willekeurige woorden generator zijn bepaald. In dit geval dus ‘komende’ en ‘moeizame’. Het was vervolgens de uitdaging om daar een coherent verhaaltje tussen te schrijven.

Delen

El Vengador

Onaangetast leek zijn reputatie na twee jaar afwezigheid. Hij stond in de onderwereld bekend als El Vengador, oftewel de wreker, maar niemand hier in Amsterdam wist zijn echte naam. Mensen met wie hij samenwerkte noemden hem vaak Ramirez, maar andere spraken weer van Matias of Pablo.

Zijn bijnaam had hij te danken aan de manier waarop hij omging met iedereen die hem had belazerd, of hem op wat voor manier dan ook tekort had gedaan. In het eerste geval wist hij ze altijd te vinden en zodra dit gebeurde was het meestal snel afgelopen, tenzij hij wilde dat het einde langzaam kwam. In het tweede geval werd elk kleinigheidje op een principiële manier met geweld verrekend.

Als familie van Spaanstalige migranten in de Nederlanden, had hij de lage landen uitgekozen als zijn werkgebied voor het doorsluizen van ladingen cocaïne uit Zuid-Amerika richting de mediterrane landen. De hechte migrantengemeenschap was hiervoor de ultieme dekmantel. Hij woonde hier zelf niet officieel en regelde tijdelijke baantjes in de bediening en afwas om zijn heen en weer gereis te rechtvaardigen. Hij verbleef steeds bij andere mensen in zijn netwerk of in goedkope hotels.

Op een dag was El Vengador uit het circuit verdwenen. Twee jaar lang hoorde niemand meer van hem. Sommigen zeiden dat hij genoeg geld verdiend had en het ergens in een zonnig land aan het uitgeven was. Anderen beweerden dat de grond hem toch te heet onder de voeten was geworden, met de constante dreiging van de steeds meer in grote bendes georganiseerde concurrenten en van de politierechercheurs die hem steeds dichter op de hielen zaten.

Toen hij opeens weer zaken deed, zoemde het nieuws rond in de onderwereld. Mythe en werkelijkheid leken ineens door elkaar te lopen. Ondertussen ging El Vengador gewoon weer verder als vanouds en binnen een half jaar was hij wederom een serieuze speler in de drugshandel.

Er waren echter mensen die geprofiteerd hadden van zijn afwezigheid en zij waren niet blij met de terugkeer van deze keiharde rivaal. De manier waarop hij grote delen van de markt in korte tijd weer naar zich toetrok, was als een klap in hun gezicht. Een loopjongen gelieerd aan het Renania Cartel, de bende die nu grote delen van de drugshandel tussen Noord en Zuid-Europa beheerste, werd ingezet om met El Vengador samen te werken en hem een klein beetje te bedriegen. Precies op zo’n manier dat het een onbezonnen actie leek van een jonge opgeschoten hond, die niet wist met wie hij zaken deed. Dit kon ‘de Wreker’ uiteraard niet over zijn kant laten gaan. Hij zou opnieuw zijn reputatie moeten vestigen.

Het Renania Cartel maakte vakkundig een einde aan de loopbaan van El Vengador. Bij zijn laatste poging tot wraak, werd hij in een hinderlaag gelokt en liet hij het leven. Zijn doorzeefde lichaam werd in een lege loods aangetroffen, met daarbij een briefje waarop stond geschreven ‘venganza contra el vengador’. Het laat maar weer zien, dat dit het gevolg is van het leven volgens zulke extreme uitgangspunten.


*Dit is een schrijfoefening uit de willekeurige woorden reeks, waarbij het beginwoord en het eindwoord door een willekeurige woorden generator zijn bepaald. In dit geval dus ‘onaangetast’ en ‘uitgaanspunten’. Het was vervolgens de uitdaging om daar een coherent verhaaltje tussen te schrijven.

Het is een wat zakelijke beschrijving van het ‘verhaal’ van El Vengador geworden. Voor echte verhalen moet het uiteraard iets meer met karakters en dialoog.


Delen

Hij keest

‘Relationeel gezien lijkt mijn bovenbuurman de boel weer op orde te hebben. Jammer,’ constateerde Paul schamper terwijl hij aan het bellen was met zijn moeder.

‘Die van dat geschreeuw net op de achtergrond? Wat dan?’ vroeg deze nieuwsgierig.

Een uur nadat de vriendin van zijn huisgenoot schreeuwend en tierend was binnengekomen en er een tijd lang flinke ruzie werd gemaakt, klonk er ineens een heel ander geluid van boven. Het ritmische gebonk dat nu door het plafond heen kwam gaf veel weg over wat er zich daar aan het afspelen was.

‘Nou, afgaande op het lawaai en de heftige woorden die ze naar elkaar aan het slingeren waren leek er op dat ze niet lang meer bij elkaar zouden blijven. Ik snap sowieso niet wat hij in haar ziet, er is altijd wat, zoals bijvoorbeeld dat geschreeuw van net. Ik dacht dat dit de druppel zou zijn. De laatste weken is het vaker mis en ik krijg het steeds te horen, ook van hem zelf; ik ben er behoorlijk klaar mee. De ruzies alleen zou ik nog aan kunnen, maar als ze weg is dan komt hij bij mij zijn ergernis uiten, alleen uiteindelijk verandert er niks. Hij klaagt, hij zeurt, maar goed, hij ketst dus ook zo te horen, dat zal het zijn wat hem bij haar houdt.’

‘Hij ketst?’

‘Ja, dat is nu duidelijk te horen.’

‘Nee ik bedoel, hij doet wat?’

‘Hij naait, hij batst, hij neukt.’

‘Ah zo, wij noemden dat vroeger kezen.’

‘Nou dat dus, hij keest.’


*Dit is een schrijfoefening uit de willekeurige woorden reeks, waarbij het beginwoord en het eindwoord door een willekeurige woorden generator zijn bepaald. In dit geval dus ‘relationeel’ en ‘keest’. Het was vervolgens de uitdaging om daar een coherent verhaaltje tussen te schrijven.

*Keest was een lastige. Het is een oud eufemisme voor neuken, zoals je kan lezen. Keest is daarnaast ook een oud woord voor kiem, of kern van een plant in het algemeen, maar dat leek me nog ingewikkelder om door de context duidelijk te laten worden. Vooral omdat het woord pas op het eind van het stuk geplaatst mag worden.

Delen

De bajonet van Bertold

Prins Rudolf van Swaben inspecteerde de colonne troepen die halt gehouden had voor zijn zomerverblijf. De in lange rijen opgestelde soldaten hadden al een lange mars achter de rug en profiteerden even van het moment rust. Diegenen onder hen die ver van de prins vandaan waren, stonden al snel niet zo keurig meer in het gelid als de bedoeling was.

Dit gold zeker niet voor Bertold, die helemaal aan de buitenkant gepositioneerd stond van de rij die op dat moment door de prins aan een nauwkeurig onderzoek onderworpen werd. Bertold stond stram in de houding, zweet vormde zich als pareltjes op zijn voorhoofd en zijn hart klopte in zijn keel. Hij maakte zich ernstig zorgen, aangezien hij vergeten was een bajonet aan zijn geweer te bevestigen. Zijn bajonet was bij de laatste oefening afgebroken en er zou een nieuwe voor hem afgegeven worden door de magazijnbeheerders. Alleen, hij had verzuimd deze op te halen!

‘Hij ziet ‘t natuurlijk direct. Hoe kon ik zo stom zijn. Uitgerekend vandaag! Dit kost me een rang,’ ging Bertold stil tegen zichzelf tekeer. Het moment van zijn onvermijdbare schande naderde. De prins kwam steeds dichterbij.

‘Uitstekend,’ zei Prins Rudolf goedkeurend over de nu glunderende buurman van Bertold, waarna de prins zijn ogen op Bertold zelf richtte. Nadat Bertold van boven tot onder bekeken was, volgde de zacht uitgesproken opmerking: ‘Waar is uw bajonet, sergeant?’

‘Sire, ik ben de bajonetloze buitenwacht vandaag op Reinhardsdag. Dat is een soldatentraditie ter herdenking van onze nationale held Reinhard, bij wie in de laatste oorlog zijn bajonet werd afgeschoten door een vijandelijke kogel, waarna hij in de daaropvolgende man-tot-mangevechten alsnog zes vijandelijke soldaten neerknuppelde en in zijn eentje een essentiële vijandelijke positie wist te veroveren en vast te houden totdat er versterking kwam.’ Bertold sprak snel en zelfverzekerd en bleef strak voor zich uit kijken.

In Bertolds hoofd ging het er heel anders aan toe. ‘Oh mijn god, bajonetloze buitenwacht, hoe verzin ik het!? Dit wordt oneervol ontslag of op zijn minst degradatie en een jaar lang vervelende rotklusjes. Liegen tegen de prins! Oerstom Bertold, hoe kon je!’

De prins keek Bertold enkele seconden met een blanco gezichtsuitdrukking aan en zei tenslotte: ‘Uitstekend’, waarna hij zich omdraaide en wegliep richting het groepje officieren dat op hem stond te wachten.

Aan het eind van de dag liep Bertold als held door de gangen van de kazerne. Het voorval had zich als een lopend vuur onder de soldaten verspreid en ze vonden het prachtig. ‘Hey bajonetloze buitenwacht, ga je mee dobbelen?’ vroeg iemand uit zijn divisie.

‘Zometeen, ik moet nog even iets afhandelen.’ Voordat Bertold zich echt kon ontspannen haalde hij namelijk nog even een nieuwe bajonet op bij het arsenaal.


*Dit is een schrijfoefening uit de willekeurige woorden reeks, waarbij het beginwoord en het eindwoord door een willekeurige woorden generator zijn bepaald. In dit geval dus ‘prins’ en ‘arsenaal’. Het was vervolgens de uitdaging om daar een coherent verhaaltje tussen te schrijven.

Dit verhaaltje is met plezier geschreven. Dan gaat het schrijven makkelijker en weet je ook dat het leuk is om te lezen.

Delen