‘Relationeel gezien lijkt mijn bovenbuurman de boel weer op orde te hebben. Jammer,’ constateerde Paul schamper terwijl hij aan het bellen was met zijn moeder.
‘Die van dat geschreeuw net op de achtergrond? Wat dan?’ vroeg deze nieuwsgierig.
Een uur nadat de vriendin van zijn huisgenoot schreeuwend en tierend was binnengekomen en er een tijd lang flinke ruzie werd gemaakt, klonk er ineens een heel ander geluid van boven. Het ritmische gebonk dat nu door het plafond heen kwam gaf veel weg over wat er zich daar aan het afspelen was.
‘Nou, afgaande op het lawaai en de heftige woorden die ze naar elkaar aan het slingeren waren leek er op dat ze niet lang meer bij elkaar zouden blijven. Ik snap sowieso niet wat hij in haar ziet, er is altijd wat, zoals bijvoorbeeld dat geschreeuw van net. Ik dacht dat dit de druppel zou zijn. De laatste weken is het vaker mis en ik krijg het steeds te horen, ook van hem zelf; ik ben er behoorlijk klaar mee. De ruzies alleen zou ik nog aan kunnen, maar als ze weg is dan komt hij bij mij zijn ergernis uiten, alleen uiteindelijk verandert er niks. Hij klaagt, hij zeurt, maar goed, hij ketst dus ook zo te horen, dat zal het zijn wat hem bij haar houdt.’
‘Hij ketst?’
‘Ja, dat is nu duidelijk te horen.’
‘Nee ik bedoel, hij doet wat?’
‘Hij naait, hij batst, hij neukt.’
‘Ah zo, wij noemden dat vroeger kezen.’
‘Nou dat dus, hij keest.’
*Dit is een schrijfoefening uit de willekeurige woorden reeks, waarbij het beginwoord en het eindwoord door een willekeurige woorden generator zijn bepaald. In dit geval dus ‘relationeel’ en ‘keest’. Het was vervolgens de uitdaging om daar een coherent verhaaltje tussen te schrijven.
*Keest was een lastige. Het is een oud eufemisme voor neuken, zoals je kan lezen. Keest is daarnaast ook een oud woord voor kiem, of kern van een plant in het algemeen, maar dat leek me nog ingewikkelder om door de context duidelijk te laten worden. Vooral omdat het woord pas op het eind van het stuk geplaatst mag worden.